De Heilig Landstichting
Het Pelgrimshuis Casa Nova in Heilig Landstichting is gelegen aan de rand van Nijmegen en heeft een bewogen geschiedenis. Het monumentale pand is onlosmakelijk verbonden met het verhaal van de Heilig-Landstichting en het Rijke Roomsche Leven in de eerste helft van de 20e eeuw.
In het jaar 1903, toen de Rooms-Katholieke emancipatie in Nederland nog in volle gang was, ging de Waalwijkse kapelaan Arnold Suys op pelgrimstocht naar Palestina in het gevolg van de paters Assumptionisten. Hij was erg onder de indruk van de verschillende bedeplaatsen en meende dat een dergelijke ervaring ook gelovigen kon baten die niet in de mogelijkheid waren naar het Heilige Land af te reizen. Via het bisdom ‘s-Hertogenbosch kwam hij in contact met de Nijmeegse weduwe Jeanne-Cécile Vroomans-Leclerq, die eveneens de droom koesterde om de heilige plaatsen naar Nederland te halen.

Op een tweede pelgrimstocht in 1905 werd kapelaan Suys vergezeld door de architect Jan Stuyt en de kunstenaar Piet Gerrits, die eveneens een bijzondere belangstelling hadden voor oriëntaalse kunst. Gerrits woonde zelfs jarenlang in Palestina om de plaatselijke cultuur en tradities te leren kennen. Na terugkomst trad Suys opnieuw in contact met Vroomans-Leclerq en werden de plannen concreter. Samen kochten zij in oktober 1907 grond aan op de heuvelrug tussen Nijmegen en Groesbeek, namelijk de Usulenberg en de Bakkersberg, die werden omgedoopt tot Sionsberg, naar de berg Sion in Palestina. Kort daarop liep de samenwerking echter spaak. Het visioen van de weduwe was groots doch niet realistisch, de Meerwijk zou Judea en Samaria moeten voorstellen, het hele dorp Beek zou Jericho worden en het Wylermeer de Dode Zee. De uitkijktoren die destijds nog op de Kwakkenberg stond moest de Toren van Babel worden. Uiteindelijk scheidden zich de wegen van de kapelaan en de weduwe, die zich verbitterd terugtrok uit het project. Een aantal rechtszaken zouden nog een tijdje voortduren, maar werden nimmer in het voordeel van Vroomans-Leclerq beslist.
Kapelaan Suys richtte met steun van bisschop Van de Ven op 11 februari 1911 de Heilig Land Stichting op, en er werd begonnen met geld inzamelen. Het jaar erop kreeg het bestuur via het bisdom tevens een financiële gift uit het Jan Grewenfonds. Besloten werd tot de aanbouw van een klooster en kerk met bijbehorende pastorie. In dat jaar werd Piet Gerrits, kort daarvoor teruggekeerd uit het echte Heilige Land, tot artistiek adviseur van de stichting aangesteld.
Jan Stuyt, bekend van vele kerken in Nederland uit de jaren twintig, werd ingeschakeld voor de ontwerpen.
Hier een tweetal van zijn originele schetsen voor de kerk. Alles in een stijl die de oosterse associatie met het Heilige Land zou oproepen. Op 30 mei 1913 legde Suys de eerste steen van wat nu de Cenakelkerk is.
De drie heren die de drijvende kracht waren achter het enorme project van de Heilig Landstichting.
Als eerst de eerwaarde mgr. Arnold Suys (1870-1941), daarnaast architect Jan Stuyt (1869-1934) en tot slot de kunstenaar Piet Gerrits (1878-1957). Alledrie bleven ze tot hun dood verbonden aan het devotiepark.
Kerk, Klooster en Pelgrimshuis
De kerk was eind 1914 gereed en kort daarop werd er een officiële parochie ingesteld met kapelaan Suys als pastoor. In de jaren daarop werd het devotiepark en Bijbels museum in rap tempo uitgebreid met onder andere een echte begraafplaats gecentreerd rondom een Nederlandse versie van het Heilig Graf van Christus, de Calvarieberg, een schaapskooi, de grot van Bethlehem, en werd er een heus oosters dorp nagebouwd.
Om de altijddurende aanbidding in de Cenakelkerk te verzorgen werden de nonnen van de orde van de ‘Filles du Coeur de Jésus’ uitgenodigd, in het Nederlands Gezelschap der Dochters van Jezus’ Heilig Hart. In 1913-14 werd er aan de noordzijde al begonnen met de bouw van een klooster met een verbindingsgang naar de kerk, tevens naar een ontwerp van Stuyt. Het was in 1915 gereed en in gebruik genomen door de zusters om de altijddurende aanbidding van het Heilig Hart te verzorgen. Het klooster kreeg de naam ‘Sions Dochter looft den Heer’, die werd aangebracht op de gevel.
Tot 1928 verzorgden de dochters van het Heilig Hart de aanbidding in het hoogkoor van de Cenakelkerk. In dat jaar verlieten zij het klooster en namen hun intrek in Berg en Dal, even verderop. Het kloosterpand ‘Sions dochter looft den Heer’ werd overgenomen door de zusters Kanunnikessen van het Heilig Graf. Inmiddels was het devotiepark sterk in populariteit toegenomen. Pelgrims kwamen van heide en verre om de heilige plaatsen in Nederland te bezoeken, en hele generaties schoolkinderen uit heel katholiek Nederland (en omstreken) gingen op reis naar Palestina op eigen bodem. Het project groeide zodanig dat er een heus dorp ontstond, even naast het park, dat verwarrend genoeg ook de naam Heilig Landstichting draagt.
Om de pelgrims op te vangen die meerdere dagen wilden verblijven werd het klooster uitgebreid met een tweede verdieping en een vleugel aan de noordzijde. Daarop werd het gedeeltelijk in gebruik genomen als gastenpension, en omgedoopt tot ‘Pelgrimshuis Casa Nova’. Vernoemd naar het gelijkaardige pelgrimshuis Casa Nova in de oude stad van Jeruzalem, een steenworp ten westen van de Heilige Grafkerk, dat nog altijd open is voor pelgrims en wordt bediend door de Franciscanen van de Custodia Terrae Sanctae. De zusters Kanunikessen van het H. Graf bleven 58 jaar lang de gasten opvangen, tot 1986.
De zusters van het Gezelschap der Dochters van Jezus’ Heilig Hart, voor de uitbreiding. Circa 1920.
Foto genomen uit dezelfde hoek, honderd jaar later. In 1928 werd de hier zichtbare noordvleugel toegevoegd, evenals een extra verdieping.
Op 1 februari 1986 vertrokken de laatste vier zusters uit het klooster. Het pelgrimshuis werd overgenomen door een stichting van Pater Jan Koopman, SSS.
Pater Koopman heeft een bewogen leven geleid. Tijdens de oorlog zat hij in het verzet, waarvoor hij onderscheiden is. Later werd hij missionaris in Brazilië, maar keerde in 1973 terug naar Nederland toen hij hoorde dat abortus gelegaliseerd dreigde te worden. Dat was in strijd met zijn katholieke geloofsovertuiging. Hij richtte de Stichting Recht Zonder Onderscheid (Stirezo) op en was in die tijd erg bekend wegens zijn vele ludieke acties. Hij haalde regelmatig het nieuws, zo heeft hij eens een hijskraan beklommen met een groot spandoek.
In 1986, toen de laatste zusters uit pand vertrokken, ontstond het idee om het deels te gebruiken voor opvang. In overleg met het bisdom richtte Pater Koopman de stichting ‘Hulp voor Vrouwen in Geestelijke Nood’ op, die als doel had het gastenpension te blijven opereren en daarbij ook als plaats te dienen voor opvang van vrouwen, om de (geestelijke) gevolgen na het ondergaan van een abortus te verwerken. Daarnaast diende het pand ook als thuisbasis voor pater Koopmans algemene Pro-Life stichting, de Stichting Recht Zonder Onderscheid.
Pater Koopman overleed in 1997. Zijn stichting bleef actief. De sociaal-politieke pro-life werkzaamheden van Stirezo zijn uiteindelijk overgenomen door de katholieke stichting Civitas Christiana, die vanuit Veenendaal actief is.
Oud-medewerkers van Pater Koopman, Frans van Winden en Jan de Hommel beheren nog altijd het Pelgrimhuis als gastenpension, zoals de zusters Kanunnikessen voor hen deden. Het katholieke karakter van het huis is blijven bestaan, nog altijd wordt er in de huiskapel dagelijks om 09.30 de H. Mis opgedragen en is er ’s avonds om 19.00 uitstelling van het H. Sacrament.
Uiteraard hoeft u zelf geen katholiek te zijn om in in het huis te verblijven en van de rust en weldaad te kunnen genieten in dit unieke hoekje van het Rijk van Nijmegen.